Hij heette eigenlijk Boudewijn Van Boekel, maar met die naam maakte je in de middeleeuwen geen furore, dus werd het de Latijnse versie Baldwinus van Bocla. Een naam die in het Waasland klinkt als een klok want hij was de stichter van de abdij van Boudelo.
Boudewijn, of Baldwinus, werd geboren in Boekel, een heerlijkheid in de buurt van Evergem. Op jonge leeftijd trad hij binnen in de Sint-Pietersabdij in Gent. Hij werd daar geprezen voor zijn vroomheid.
In 1197 vestigde hij zich als kluizenaar in de buurt van Klein- Sinaai, toen een onherbergzaam gebied van drassige vlakten in de Moervaartvallei.
Vossen en wolven hadden er vrij spel.
Baldwinus leefde aanvankelijk in een kluizenaarswoning in het midden van de bossen, maar lang bleef hij niet alleen. Met de steun van graaf Boudewijn IX van Vlaanderen en de hulp van pachters en boeren werd begonnen met de ontginning van de gronden. Connecties waren toen ook al handig en graaf Boudewijn liet de kluizenaarswoning vervangen door een klooster. Hij gaf een molen en nieuwe stukken land in concessie, waarop geen tienden betaald moesten worden. Het klooster werd al in 1204 door de bisschop van Doornik erkend als abdij. Baldwinus werd de eerste abt van de abdij van Boudelo: zijn idee om kluizenaar te worden kreeg dus een andere wending. Gelukkig voor het Waasland, want ook al stierf hij reeds in 1205, hij droeg bij tot de ontwikkeling van de landbouw in het Waasland. Het onherbergzame gebied werd omgevormd tot een rijk en divers cultuurlandschap. Stekene groeide toen uit tot een van de belangrijkste gemeenten van het Waasland. De hoogtijdagen van de abdij van Boudelo duurden voort tot 1578. Tijdens de Beeldenstorm werd de abdij geplunderd door de Gentse Calvinisten. De monniken vluchtten naar diverse toevluchtsoorden en lieten de abdij achter, om uit te groeien tot een legende. De abdij kreeg ook een belangrijke rol
in het dierenepos Reynaert de Vos. Baldwinus van Bocla bleef ook na zijn dood populair. Hij wordt vereerd als heilige, met feestdag op 16 oktober, en op werelds vlak kreeg hij zijn straat in Stekene.