Taal / Langue / Language

Abt Engelbert Delfortrie was een edel en minzaam man, bemind door zijn broeders en geëerd er buiten. Zo verknocht aan het Oostenrijks regime dat de keizer-koster bij zijn onstuimige hervormingsplannen de Boudelo-abdij ontzag. Er werden door Keizer Karel 163 kloosters gesloten, maar Boudelo bleef bewaard.

Buiten de poorten van de abdij groeide wel het gemor tegen het kortzichtig optreden van de keizer, windstoten die ook in de abdij gevoeld werden. Maar de storm die weldra alles zou vernietigen, kwam uit het zuiden. In september 1792 stonden een elftal opgejaagde Fransen voor de abdijpoort. Ze werden minzaam ontvangen volgens de aloude wet van de gastvrijheid. 's Anderendaags ontbood de abt hen en luisterde naar hun verhalen. Afschuwelijk hoe de revolutionairen tekeer gingen, niet te vergelijken met Jozef II. De keizer wilde de kerk hervormen, aanpassen aan de nieuwe tijd. Bij de Franse revolutionairen was er sprake van niets ontziende haat.

 

Abt Delfortrie had de moed gehad om samen met Van de Velde, abt van de St-Pietersabdij, te protesteren tegen de keizer. In Frankrijk was alle verzet zinloos. In het geheim liet abt Delfortrie ijzeren koffers vullen met eigendom en belangrijke archiefstukken. Toen vertrok hij op visitatiereis naar Hulst en vandaar naar Groningen.

Daar schreef aartsdiaken Jullens in het dodenboek van de gereformeerde gemeente: Engelbert Dolfortrie, overleden op 13 oktober 1794, 71 jaar oud.
Meteen werd het vermoeden van sommige monniken dat het geen visitatiereis, maar een vlucht betrof, pijnlijke werkelijkheid.

Waarom bleef de abt niet tot de laatste in de abdij? Wilde hij de eigendommen van de abij veilig stellen? Trachtte hij als voorhoede een vluchthuis in te richten in het Noorden? Wie zal het achterhalen? Alleen de geschiedenis gaf hier een duidelijk antwoord. Abt Delfortrie liet zijn broeders als wezen achter en dit had enorme gevolgen voor de Boudelo-abdij.

Het einde van Boudelo
Geen abt eer, de prior gevlucht.. wie kon leiding geven in deze donkere dagen? Een voorproef was de eerste Franse bezetting van Gent. Franse soldaten drongen de abij binnen en lieten zich opmerken door hun schandelijk gedrag.
Het einde werd ingeluid door de slag van Fleurrus op 25/06/1794. De Oostenrijkers werden daar verslagen en ze verlieten de Zuidelijke Nederlanden. Over de intenties van het nieuwe Franse bewind bestond niet de minste twijfel...

De Fransen vroegen oorlogsbelasting aan de Boudelo abdij: 800 000 pond of 650 miljoen frank of 16 113 079 euro. Het bewijst dat Boudelo de rijkste Gentse abdij was, want bij hen was de belasting het hoogst. Bij niet-betalen zorgden de Fransen voor deportatie. Op 29/10/1794 brachten ze 47 ballingen naar Amiens, onder hen de oudste monnik De Keyzer. Wat konden de monniken anders dan verkopen en betalen?
Wat moet het voor hen betekend hebben toen het prachtig abtshuis op 12 februari en daarna het Lysdonckhof in Sinaai, het buitenverblijf van de abt, op 28 februari 1795 verkocht werden?

Van de ijzeren koffer met daarin het volledige archief was na de dood van Delfortrie geen spoor meer te bekennen. 138 jaren gingen voorbij. Tot op een dag dat de arbeiders die renovatiewerken uitvoerden op de zolder van een oude Hollandse brouwerij Oranjeboom in Rotterdam een opmerkelijke vondst deden. Een enorme ijzeren koffer met een schat aan documenten... HET ARCHIEF VAN DE BOUDELO ABDIJ.


De laatste abt, Engelbert Delfortrie bracht een verloren gewaande geschiedenis terug tot leven.